FC Liverpool heeft hun 14 jaar durende titel dorstige track afgewerkt en won voor de zesde keer de Champions League. Het team van Jürgen Klopp won een finale die over lange afstanden minder spectaculair was met 2:0 (1:0) tegen Tottenham Hotspur.
Tottenham coach Pochettino vertrouwde vanaf het begin op de herstelde Winks en Kane, die beiden 53 dagen geblesseerd waren geraakt. Wanyama en Lucas Moura, die in de halve finale driemaal had gescoord in de terugwedstrijd tegen Ajax Amsterdam, zaten hiervoor op de bank.
Aan de andere kant pakte Liverpool-coach Klopp de verwachte start elf, met Matip in de centrale verdediging, Fabinho, Henderson en Wijnaldum in de driemidfield en Firmino voorin in plaats van Barcelona-Schreck Origi. Routine Milner, die ook in de Engelse pers als starter werd beschouwd, moest het doen met de rol van reservist tot zijn vervanging voor Wijnaldum in de 62e minuut.
De 67.700 toeschouwers in het Estadio Metropolitano beleefden een wilde beginfase. Met de vroege strafschop tegen Tottenhams Sissoko, Liverpool’s topscorer Salah die droog in het midden (2.) hamerde, was Pochettino’s tactische plan om goed in de rug te staan en de speldenprik in de voorkant niet langer nodig. De Spurs stormden niet blindelings naar voren na de koude douche, maar Liverpool liet hen achter om te spelen en loerde op de loer voor Klopp’s opdracht om te pushen voor fouten in plaats van naar buiten te komen voor de duivel.
Pochettino’s elf wisten weinig te doen met de vele bezittingen van de bal. De sterk spelende Winks en Alli verenigden zich deels respectvol in het midden, maar de laatste, dwingende conclusie ontbrak of ging ver over de huisvesting van Alissons heen. Bovenal hing terugkeer Kane ob defensief goed gesorteerde Roden in de lucht, terwijl Son voor zijn proporties te veel slechte beslissingen in het voorbijgaan nam.
Liverpool, aan de andere kant, meer vastberaden aangevallen, waardoor ze goede kansen voor de pauze, zoals Robertson’s schot (38e). De 1-0 voorsprong van de Klopp elf was daarom in orde.
Het beeld was hetzelfde na de wisseling van kant: Tottenham had veel wedstrijdaandelen, maar dwong Alisson niet eens tot briljant werk. En Liverpool? Op Klopps wijze als een overval, maar niet erg winstgevend – tot kort voor het einde, toen Joker Origi het deksel erop legde.
Doelstellingen: 0:1 Salah (2.), 0:2 Origi (87.)
Met zijn vroege doel ging hij verder naar de winnaar. Daarnaast presenteerde hij zich ook nog eens heel actief – gaf in totaal zes schoten op doel (beste waarde), werkte goed naar achteren en ook na verloren duels bleef hij sterk doorzetten. Ook sterk met Klopps Team: Matip, die bijna alles opruimde en zelfs om 2:0 van Origi een scorepunt scoorde.
Hij nam nauwelijks deel aan de wedstrijd van de Spurs in de eerste helft en dribbelde constant in de tweede helft. Hij verloor in totaal 13 ballen en miste een grote kans in de 73e minuut door Alisson emotioneel te proberen te verslaan met een lift in plaats van doelgericht te eindigen. In Liverpool teleurstellend: Firmino.
De Reds scoorden een strafschop in de eerste minuut na Mane schot Sissoko’s rechterarm een beetje te ver weg van twee meter. Het was een moeilijke beslissing, maar een die in principe in overeenstemming was met de regels – ook al nam het een groot deel van de spanning uit het spel. Al met al heeft de 42-jarige Sloveen van 42 jaar een soevereine, ongetemde prestatie geleverd.