De Engelse Premier League heeft een noviteit in de geschiedenis van het Europees kampioenschap voetbal. Voor het eerst komen alle deelnemers aan de finale uit één land.
Liverpool FC en Tottenham Hotspur FC spelen in de finale van de Champions League in Madrid op 1 juni, terwijl Chelsea FC en Arsenal FC het tegen elkaar opnemen in de Europa League-finale op 29 mei.
Drie finalisten uit één stad, zoals nu voorzien door Londen met Tottenham, Chelsea en Arsenal, zijn ook een noviteit.
Drie finalisten uit één land werden voor het laatst gespeeld door Spaanse clubs in 2013/14 en 2015/16, toen Real Madrid Atletico Madrid versloeg in de Champions League en FC Sevilla in de Europa League. Tot 1999 was er een derde wedstrijd, de European Cup of Cup Winnaars, die daarna werd gestopt, en drie (van de zes) finalisten waren ook in deze periode het maximum.
In de geschiedenis van de Europa League (sinds 2009/10) is het pas de tweede keer dat er een nationale finale is geweest sinds FC Porto in 2011 van Sporting Braga won. Sinds de “kleine” Europese beker in één finale werd beslist, is er nog maar één interne finale geweest: Bij de première in 1997/98 won Inter Milan de UEFA Cup tegen Lazio Rome.